Repliek StadSZteam op het meerjarenplan
Op de laatste gemeenteraad van 2025 heeft het stadSZteam het meerjarenplan van het stadsbestuur geëvalueerd en feedback gegeven.
Het stadsbestuur heeft het meerjarenplan ter goedkeuring voorgelegd aan de raadsleden. Het stadSZteam heeft als enige oppositiepartij het voorstel niet afgekeurd. Dit was een bewuste keuze omdat heel wat voorgestelde initiatieven ook in ons verkiezingsprogramma stonden, zoals verbeterde sportfaciliteiten, meer beleving in de stad, oprichting ondernemersraad, meer aandacht voor verkeersveiligheid enz. Als ze alles realiseren wat ze beloven, dan maken we wel degelijk een stap vooruit in Scherpenheuvel-Zichem.
Pieter Boudry: “Het meerjarenplan 2026–2031 van Scherpenheuvel-Zichem presenteert zich als een toekomstgericht document dat duurzaamheid, nabijheid en leefkwaliteit centraal stelt. Een mooie welbespraakte folder, zowel vormelijk als inhoudelijk. Ik ben alvast trots dat het partijpgrogramma van het stadSZteam ook bij heel wat onderwerpen duidelijk voor heel wat inspiratie heeft kunnen zorgen. Vanuit het stadSZteam, daarvoor alvast bij deze onze oprechte dank! Als alle beloftes ook effectief gerealiseerd worden welteverstaan.
De stadsschuld zal in deze legislatuur verdubbelen. Het is dan ook essentieel dat de uitgaven strikt worden bewaakt, zodat de schuld niet verder ontspoort en het bestuur uiteindelijk alsnog genoodzaakt zou zijn de belastingen te verhogen — iets wat in het verleden al is gebeurd tijdens een eerdere investeringsgolf voor de zalen.”
Maar, achter de brede ambities schuilen ook belangrijke strategische spanningen, financiële risico’s en keuzes en plannen die onvoldoende onderbouwd lijken, wat dan ook direct het grootste gevaar vormt voor dit meerjarenplan.
Onze repliek op het meerjarenplan in 8 grote opmerkingen / bezorgdheden / aandachtspunten
1. Een plan met veel ambities, maar weinig prioritering
De strategische nota schuift vijf grote beleidsdoelstellingen naar voren: duurzame stad, levendige stad, sociale stad, nabije stad en veilige stad. Elk domein bevat tientallen acties, gaande van grote infrastructuurinvesteringen tot kleine initiatieven zoals het plaatsen van babbelbanken of het herdenken van subsidiereglementen.
Hoewel het bestuur zelf aangeeft dat acties meerdere doelen dienen, creëert deze brede waaier vooral een gebrek aan duidelijke prioritering. Nergens wordt expliciet gemaakt welke acties essentieel zijn en welke afhankelijk zijn van budgettaire ruimte, capaciteit of externe subsidies, en hoe die dan moeten bijdragen aan welke concrete doelstelling.
→ Het resultaat is een plan dat veel wil, maar niet overtuigt dat alles tegelijk ook haalbaar is, en ook zal leiden tot het effectief realiseren van een bepaalde doelstelling.
2. Een vastgoedstrategie die kosten moet drukken, maar tegelijk veel investeringen plant
De nota legt sterk de nadruk op de afbouw van niet-strategisch patrimonium, herbestemming van kerken en efficiënter gebruik van bestaande gebouwen. Dit is rationeel en financieel verstandig. Tegelijk plant de stad echter:
- de bouw van een nieuwe lagere school/BKO,
- een nieuw administratief centrum,
- grote renovaties in sporthallen,
- energetische renovaties van verschillende gebouwen,
- opwaardering van vrijetijdsinfrastructuur en toeristische onthaalpunten.
De vraag rijst of de verwachte opbrengsten uit verkoop van patrimonium volstaan om deze investeringsgolf te dragen, zeker gezien de stijgende schuldgraad.
3. Financiële spanningen onder de oppervlakte
De financiële kerncijfers tonen een aantal structurele spanningen:
- De schuld stijgt van 16,8 miljoen naar 35,4 miljoen euro tegen 2030. Dat is meer dan een verdubbeling van de schuld.
- De autofinancieringsmarge is negatief in 2026 (-126.036 euro) en blijft laag in de jaren daarna.
- De stad wil niet aan de belastingen raken, maar houdt tegelijk vast aan een zeer ambitieus investeringsprogramma.
- De jaarlijkse investeringen zijn bijzonder hoog voor een stad van 24.200 inwoners.
- Een van onze enige en laatste troeven voor onze ondernemers, het gratis parkeren, wordt “betalend parkeren” zoals bevestigd door onze burgemeester in de pers.
- En natuurlijk gaan allerhande retributies omhoog.
Het plan lijkt dus te steunen op de veronderstelling dat subsidies, retributies en patrimoniumverkoop op tijd en in voldoende mate binnenkomen. Dit maakt de begroting kwetsbaar voor vertragingen, economische schommelingen of mislukte verkoopdossiers.

4. Een opvallende afhankelijkheid van externe partners
In bijna alle domeinen (riolering, sociale activering, wonen, onderwijs, toerisme, armoedebestrijding) rekent de stad op samenwerking met externe organisaties zoals Riopact, VMM, ANB, KANVAZ, SIWZ, IGO, scholen, verenigingen en ondernemersnetwerken.
Hoewel samenwerking waardevol is, creëert deze sterke afhankelijkheid enkele risico’s:
- De realisatie van projecten verschuift naar actoren waar de stad zelf weinig controle over heeft;
- Er is weinig reflectie over de capaciteit van deze partners om de verhoogde verwachting in te lossen. Ook de draagkracht en capaciteit van ons eigen ambtenarencorps binnen Scherpenheuvel-Zichem.
Een robuuste risicoanalyse ontbreekt.
5. Veel focus op zichtbare projecten, maar is dit een voldoende structurele hervorming
De nota is rijk aan enkele zichtbare ingrepen — nieuwe skateparken, ontmoetingsplekken, evenementen, wandelroutes, fonteinrenovaties, promotiecampagnes, citymarketing. Dat zijn nuttige of aantrekkelijke initiatieven, maar ze wegen niet op tegen enkele andere grote structurele uitdagingen waar onze stad mee kampt, zoals:
- betaalbare en duurzame huisvesting,
- verkeersveiligheid,
- het algemeen jeugdbeleid,
- mobiliteit en ruimtelijke ordening,
- de vergrijzing en de toenemende zorgvraag,
- sociaal-economische ongelijkheid,
- de nood aan administratieve efficiëntie binnen de gemeente,
- Het creëren van een vruchtbare voedingsbodem voor ondernemers, handelskernen, kmo-zones en startups
- Het creëren van een structureel, duurzaam, vruchtbare lange termijn toerisme en recreatie-plan (als recreatieve gemeente: Horeca / Fietsinfrastructuur / …) om de daling van bezoekers en toeristen in onze stad tegen te gaan?
Waar bepaalde structurele hervormingen dan wel aan bod komen (bv. digitalisering, reorganisatie van groenonderhoud, nieuwe patrimoniumlogica), worden ze vrij oppervlakkig uitgewerkt, zonder concrete KPI’s of uitvoeringsscenario’s.
Waar kunnen en mogen we jullie maw concreet op afrekenen op het einde van de legislatuur?
6. Werkelijke impact van participatie blijft onduidelijkDe nota benadrukt participatie sterk, maar blijft vaag over:
- op welke momenten inwoners inspraak krijgen,
- welke beslissingen zij mee bepalen,
- hoe feedback verwerkt wordt in welke concrete beleidskeuzes.
- Onze inwoners alleen al live laten meevolgen van de gemeenteraad wordt vb pas einde legislatuur ingepland, als er dan nog geld is…
Het gevaar bestaat dus dat participatie vooral symbolisch blijft — een communicatiemiddel eerder dan een democratische hefboom.
Zonder een duidelijk participatiekader dreigt de kloof tussen inwoners en bestuur niet kleiner, maar alleen maar groter te worden.
7. Klimaatambities zijn nobel, maar de realisatie hangt af van subsidies en capaciteit
De stad wil inzetten op:
- energetische renovaties,
- vergroening,
- ontharding,
- erosiebestrijding,
- LED-verlichting,
- elektrificatie van het wagenpark.
Maar veel van deze maatregelen vereisen:
- technische capaciteit,
- langdurige opvolging,
- grote investeringen,
- externe subsidies.
De klimaatambities lijken sterk afhankelijk van Vlaamse en federale financiering, terwijl tegelijk weinig gezegd wordt over interne implementatiekracht of kosten-batenanalyse. Of er een duidelijk objectief is hoeveel, voor welke projecten, voor hoeveel euro aan subsidies, door vb een aangestelde subsidieambtenaar, zal worden binnengehaald.
Het risico bestaat dat duurzaamheid een retorische leidraad blijft, niet een structurele beleidshefboom.
8. Grote investeringsdruk in onderwijs en sport zonder gedetailleerde noodanalyse
De stad wil zwaar inzetten op sportinfrastructuur, scholenbouw en kinderopvang. Opvallend is dat:
- er weinig harde cijfers worden gegeven over capaciteitstekorten,
- de relatie met demografische prognoses beperkt is,
- de afstemming met private en katholieke scholen niet duidelijk is,
- de langetermijnimpact op exploitatiekosten (personeel, onderhoud) ontbreekt.
- Waar is de lijst van risico’s die onze stad loopt met mogelijke financiële impact?
- Waar is de lijst van projecten wat nu niet in het meerjarenplan werd opgenomen, maar ook dringend moet worden aangepakt?
Investeringen lijken eerder gebaseerd op politieke wenselijkheid dan op een objectieve, data-gedreven behoefte-inschatting.
Algemene Conclusie: een plan dat wel wat (nieuwe) richting geeft, maar weinig scherp stuurt
Het meerjarenplan 2026–2031 toont een bestuur dat wel vooruit wil, en sterk inzet op een brede waaier aan domeinen. Die ambities zijn waardevol en sluiten aan bij maatschappelijke uitdagingen. De intenties die er zijn zijn alvast lovenswaardig. Of het uiteindelijk ook een echte trendbreuk wordt met het verleden, dat is af te wachten. The proof of the pudding, is in the eating.
Want, beleidskritisch bekeken kampt het plan met:
- een gebrek aan prioritering,
- onvoldoende aanpak van de grote structurele uitdagingen waar de stad mee kampt
- een hoge investeringsdruk gekoppeld aan stijgende schulden,
- een grote afhankelijkheid van externe partners en subsidies,
- te beperkte onderbouwing van structurele keuzes,
- onvoldoende risico- en haalbaarheidsanalyse (ook naar toekomstige nodige belastingen vb)
- duideljke doelstellingen waarop we dit beleid kunnen beoordelen
- De “wat” er zou moeten gebeuren is er voor een groot deel, de “hoe” ontbreekt vaak nog in dit document.
Pieter Boudry: “De komende legislatuur zal dus niet zozeer beoordeeld worden op de hoeveelheid plannen, maar wel op de mate waarin het bestuur in staat is deze plannen realistisch, efficiënt, met welke effectieve impact, én financieel verantwoord, uit te voeren. Dát is de échte lakmoesproef van dit meerjarenplan.”